Hoe gaat het écht met je?

Ik zit met vier jongeren aan tafel. Ze doen mee aan een pilot voor jongerencoaching. Ik laat hen in één sessie ervaren wat mijn coachprogramma voor hen kan betekenen.

Ze kennen elkaar goed en trekken veel met elkaar op. Maar, zo ontdekken we, echt spreken over wat er in je leeft, welke overtuigingen je hebt over jezelf en welke worstelingen er van binnen afspelen dat doen ze niet zo snel.

Bij de eerste opdracht zie ik de vertwijfeling op hun gezichten: ‘Ga ik dit hier zeggen - wat zal de ander wel niet denken?’

We doen een aantal opdrachten en tijdens de gesprekken hoor ik ze zeggen: ‘Oh, heb jij dat ook?!’ ‘Wat fijn om te weten dat ik niet de enige ben die hier last van heeft’. Het is een feest van herkenning: de ruimte om te ontdekken hoe je in vriendschap échte vragen stelt.

Vragen die geen genoegen nemen met ‘Het gaat goed hoor’. Vragen waar je mee dóórvraagt, zodat je tijd en aandacht hebt voor elkaar en het eerlijke gesprek.

Hoe doe je dat? Met behulp van het coachprogramma denken de jongeren na over zichzelf, bevragen ze elkaar en leren ze het open en kwetsbare gesprek. Dat is wat jongeren nodig hebben.

De prestatiedruk is groot. Het mooie, leuke plaatje van jezelf overeind houden is zwaar. De eenzaamheid van gevoelens en gedachten die alleen jij kent is soms ondraaglijk.

Een groeiend aantal jongeren gaat gebukt onder alles wat ze denken dat er van hen gevraagd wordt.

Hoe ze daar mee omgaan?

Eindeloos doorgaan.

Ze geven aan dat ze van alles doen om niet na te hoeven denken. Ze nemen geen tijd voor rust en zelfreflectie.

Opvallend hoe vaak ik jongeren afgelopen jaar heb horen zeggen dat ze last hebben van FOMO - fear of missing out. Het valt ze zwaar om er altijd bij te moeten zijn (van jezelf).

Het resulteert in eindeloos snappen via Snapchat; met iedereen in contact staan; volgen wat de ander doet; jezelf continue even moeten laten zien. Het is een mooi medium voor hun sociale leven. Maar ze weten niet meer waar de stopknop zit.

We ronden de pilot af. De jongeren gaan naar huis met meer begrip en erkenning voor zichzelf en de ander.

Dezelfde ervaring had ik afgelopen schooljaar met een pilot die we op school mochten draaien. Vijf jongeren gingen in vijf sessies met elkaar in gesprek over dezelfde worstelingen. In deze pilot kregen ze handvatten om vanuit persoonlijke waarden regie te voeren over gedachten en gevoelens en daarmee hun levenshouding.

Ik ben er stil van. Het nieuws en de onderzoeken roepen niet voor niets om aandacht voor de jongere generaties. De nood is groot om gezien en gehoord te worden, zodat je er niet alleen voor staat als jongere.

Hoe simpel is het om dan een plek te bieden waar ze gehoord en toegerust worden om ook zelf zo’n plek te creëren voor de ander. Dat is waar ik in geloof.

Vorige
Vorige

Welk perspectief volg jij?

Volgende
Volgende

IK BEN HELEMAAL NIET ZO’N LEIDER